vrijdag 17 mei 2024



Vogelliefhebbers heb je in veel variaties. Deze week heb ik er twee ontmoet, twee die nauwelijks meer verschillend van elkaar konden zijn. Ik reed op de weg in Hoogland die bekend staat als de Vogelboulevard. Het was mooi weer, overal buitelden de kieviten boven de graslanden, er stond een tureluur te fluiten op de paal van een hek. de grutto's hielden in paartjes in het kniehoge gras hun jongen in de gaten. Kortom een dag waarvan ik volop genoot. Ik reed stapvoets om niets te misen en Diva liep in de berm te jagen op krekels. Een stuk verderop zag ik een man op een racefiets naderen. Nu heb ik het niet zo op wielrenners vanwege hun gedrag op de weg. Mijn mening over hun kleding is sterk gekleurd door die afkeer. Ik vind het namelijk zot om in zo'n te strak veelkleurig pakje rond te rijden. Als je jong en atletisch gebouwd bent gaat het nog. Maar als je wat ouder bent, je spieren wat verslapt zijn en je een buikje hebt kun je naar mijn idee beter andere kleding kiezen. De man op de fiets hoorde duidelijk in de laatste categorie thuis. Ik verwachtte eigenlijk dat hij met grote snelheid langs me zou scheuren en ik wilde Diva al voor haar en zijn veiligheid bij me roepen. De man remde echter plotseling af, zwenkte naar rechts de berm in en greep zich vast aan een hek. Dat op de fiets zittend hangen aan een hek of iets dergelijks zie ik vaker bij wielrenners. Dan hebben ze hun schoenen vastzitten aan de pedalen met een kliksysteem en willen ze hun schoenen niet losmaken. De man leek te kijken naar de grutto's in het land. Dat verbaasde me, want dat zie je niet vaak: een wielrenner die vaart mindert om vogels te kijken. Ik was hem inmiddels genaderd en ik zei hem goedendag. Hij antwoorde met "Hoor je dat? Jonge grutto's. Ze zitten te piepen." Ik begon hem net al met meer sympathie te zien toen hij iets merkwaardigs deed. Hij zei "Ze zijn verdwenen in dat hoge gras daar, ik zie ze niet meer. Ik ga maar even kijken." Hij klikte zijn voeten los, liep met die kenmerkende moeizame tred van wielrenners (Komt door hun harde rechte zolen.) naar het hek en ja hoor: hij klom er enigszins stram overheen met zijn stakerige benen.

Hij liep het hoge gras in en maaide wat met één voet rond. Ondertussen pakte hij uit het zakje op zijn rug zijn telefoon om een foto te kunnen maken. Na enkele  tevergeefse pogingen kwam hij weer terug. Terwijl de verontruste ouders nog jammerend boven zijn hoofd rond vlogen zei hij "Ik zag ze niet. Jammer, want ze zijn zo mooi. Machtig mooi gebied hier hè?" Vervolgens stapte hij weer op zijn fiets, klikte zijn schoenen vast en ging in de pedalen, nog even een hand opstekend ter afscheid. Het is maar goed dat ik niet kan praten, want anders had ik die meneer eens ongezouten duidelijk gemaakt wat ik van zijn gedrag vond.

Een half uurtje later reed ik op de weg naar de kerkebuurt van Soest. Ter hoogte van de vogelopvang Eemland stak een mevrouw de weg over. Ze had iets in een doek  gewikkeld omzichtig in haar handen. Ik wist meteen dat ze een vogel ging loslaten en ik stopte uit nieuwsgierigheid. Ze stond daar aan de rand van een weiland en ze hief rustig haar armen boven schouderhoogte. Ze deed de doek voorzichtig open en ik zag een zwaluw. Ik kon niet goed zien welke soort. Tot ze haar handen in een snelle beweging omhoog bewoog. Dat moest een gierzwaluw zijn, want die kunnen niet zelf vanaf de grond opvliegen. E daar ging hij of zij de lucht in. Ik hoorde de mevrouw zachtjes  opgelucht "Gelukkig." zeggen. Achter ons naderden twee wandelaars die vroegen wat voor vogel het was. De mevrouw bevestigde dat het om een gierzwaluw ging. Ze vertelde enthousiast over de lange afstanden die gierzwaluwen afleggen, de ongelooflijke snelheid waarmee ze dat doen, dat ze vliegend eten, slapen, paren, leven eigenlijk. We hebben geboeid naar haar verhaal geluisterd. Een vogelliefhebber naar mijn hart.





zaterdag 11 mei 2024

JE MAAKT WAT MEE

 Het is net of ik met dit mooie weer meer meemaak onderweg. Neem nu gewoon een middag deze afgelopen week. Ik had me voorgenomen eens door de Soester polder naar Baarn te rijden. De zon scheen, er stond redelijk wat wind en ik had er zin in. Halverwege de rit zag ik boven een weiland een torenvalkje bidden Uiteraard ben ik gestopt om even te kijken. De valk was dichtbij genoeg om haar, het was een vrouwtje, met het blote oog goed te zien. Toch heb ik de kijker erbij gepakt, wan juist op zo'n korte afstand is kijken met acht keer vergroting mooi. Veel mensen die ik ken gebruiken hun kijker alleen om dingen ver weg beter te kunnen zien, maar echt: juist voor dichtbij is alles door je kijker gezien zo mooi. Zo kon ik van het valkje tot in detail zien hoe dat bidden in de lucht nu werkt. Ik kon zien dat de vleugels zo snel op en neer gingen dat ik ze niet niet eens scherp kon krijgen. Dat doen biddende torenvalken om hun lijf precies in de goede hoek te houden om tegen de wind te kunnen "staan". En uiteraard ook om in de lucht te blijven. De staart is wijd gespreid en beweegt continu verticaal open neer en tegelijkertijd ook in golvende horizontale golvende bewegingen om het evenwicht te bewaren. Als je even de tijd neemt om zo'n tafereel te bekijken zie je dat de vogel een verbluffend staaltje van precisie tentoonspreidt. Ik vind het prachtig.

Enfin, terwijl ik zo sta te kijken komt er een man op een ligfiets uit de tegenovergestelde richting aan rijden. Hij remt af en zet zijn fiets diagonaal op de weg stil. De heer vraagt "Is het een kiekendief?" Dat ik de man ineens beschrijf als een heer komt omdat hij dat duidelijk is. Hij heeft bij voorbeeld een spijkerbroek aan met een vouw in de pijpen, iets dat je alleen ziet bij mensen die hun spijkerbroeken kopen in dure speciaalzaken. Op de broek droeg hij een lichtgroene polo met  op de borstzak het logo van een bekend ontwerper. En hij sprak met een licht geaffecteerde klank in zijn stem. Niet overdreven of gemaakt, maar dat natuurlijke dat je vaak bij oud geld hoort. Je merkt dat ik niet alleen de valk in detail bekeek, maar deze heer ook. Ik vind dat nu eenmaal leuk om op details te letten.

Ik legde de meneer uit dat het een vrouwtje torenvalk was en dat ze waarschijnlijk van de nestkast op de brandweertoren kwam. Dat vond hij leuk en hij begon enthousiast te vertellen dat hij zo genoot van de polder. Ik zag tot mijn schrik achter hem een busje met grote snelheid aan komen rijden en hij stond nog steeds diagonaal op de niet al te brede weg. Ik wees in een poging hem van het naderend gevaar bewust te maken met gestrekte arm naar de bus. Hij daarentegen meende dat ik het nog over de torenvalk had en hij zei "Ja ja, ik zie hem. Mooi hoor." Op dat moment raasde het busje met veel te hoge snelheid half door de berm rijdend rakelings langs hem heen, met veel lawaai en stofwolken opwerpend. De arme man schrok zich bekant een beroerte. Zijn ogen stonden groot en licht verward, zijn eerst keurig gekamde haren stonden alle kanten op door de zijwind van de bus. Hij sprak met enigszins trillende stem "Ik ga maar weer eens verder. Ik wens u nog een goede reis." En weg was hij. Ik hoop maar dat hij in het vervolg wat beter op het verkeer let, wan ze rijden vaak veel en veel te hard in de polders helaas.

Ook ik heb mijn weg vervolgd, op naar Baarn. Daar aangekomen ben ik even langsgegaan bij vriendin Betty. Maar die stond net op het punt naar yoga te gaan. Dat kan gebeuren als je op de bonnefooi bij iemand aan de deur komt. Maar met zulk mooi lenteweer is dat geen probleem hoor: Diva en ik zijn gewoon naar de dichtbij gelegen Pekingtuin gegaan, een park waar ik veel mooie herinneringen uit mijn hippietijd bij heb. Na het bezoek aan het park besloot ik eens te gaan kijken bij mijn zus Bernadette en zwager GertJan. De laatste bleek druk bezig het houtwerk van de voorgevel te lakken. Een karwei waar je eenmaal begonnen moeilijk mee kunt ophouden, wil je een mooi resultaat krijgen. Dus ook daar volstond het om even hallo te zeggen. Iedereen die gepensioneerd is lijkt zo druk te zijn. Nou, ikke niet. Op zo'n mooie dag heeft deze flierefluiter niets anders aan zijn hoofd dan wat rond te rijden en te genieten. Dus zijn we op ons gemak naar het andere mooie park in Baarn getogen: het Cantonspark. Ook daar heb in in lang vervlogen tijden menigmaal stoned rondgelopen. Het park was destijds mooier dan nu, maar mijn herinneringen kunnen mogelijk gekleurd zijn door het gebruik van hasjiesj. Maar het is nog steeds een fraai park hoor en ik kom er graag.



Het werd langzamerhand tijd om richting Amersfoort te gaan, maar niet voordat we het pad langs de Eem hadden meegepikt. Diva jaagt er graag op krekels en ik geniet er van het zicht op het water. We rijden daarna altijd nog even op het wandelpad dat parallel aan de drukke weg loopt. Je hoeft heus niet altijd ver van de bebouwde kom te gaan om leuke routes te vinden, ook die kleine paden in een woonwijk zijn vaak leuk. Wie het kleine niet eert...



Op de terugweg die van Eembrugge door de polder naar Hoogland liep kwam ik nog een kennis tegen die ik lang niet had gezien. Terwijl ze toch maar twee straten verder woont. Althans dat dacht ik, maar ze bleek verhuisd te zijn naar Hoogland om gezondheidsredenen. Toen ik ernaar vroeg vertelde ze me dat ze een paar jaar terug kanker had gehad. Ze meende, mede door wat de specialis zei, dat ze volledig genezen was. Maar de ziekte was teruggekomen. Ze vertelde opgewekt dat ze genoot van elke dag en zo zag ze er ok uit. Lachend, nog steeds pretoogjes, babbelend als altijd. Maar ze heeft wel wat meegemaakt zeg en ook dat zie je wel in haar ogen als ze erover praat. En dan ben ik al de hele middag bezig met de leuke dingen die ik meemaak. Dat valt dan ineens in het niet bij haar verhaal. Ik had wel even het een en ander te overdenken het laatste stukje op weg naar huis. Je maakt wat mee op een middag.



zaterdag 4 mei 2024

NIET ZEUREN

 Vanmiddag ging ik naar beneden met Diva on een leuke rit te gaan maken. Dit is wat ik meemaakte in de hal beneden.

Ik kom uit de lift en ik zie op de stoelen in de hal twee bewoners van het appartementencomplex zitten. De een is een meneer van ongeveer mijn leeftijd, de andere man schat ik iets jonger. Beiden zijn goed gekleed en zichtbaar goed gevoed. Beiden zien er bovendien oud en uitgeblust uit in mijn ogen. Ik kon het niet helpen dat ik hun gesprek mee luisterde. Ik vermoed dat de twee heren, net als veel van de bewoners, zo luid praten omdat ze hardhorend zijn. Waarom ze om dat euvel te verhelpen geen hoorapparaatjes dragen zal straks duidelijk worden. Ze houden namelijk niet van oplossingen. Goed, hun gesprek ging als volgt. "Het valt niet mee om altijd alleen te zijn." "Wat je zegt. Ik ben vier jaar geleden mijn vrouw verloren." "Ik niet. Ik ben al jaren gescheiden. Da's ook erg hoor." "Maar ja, dan ga je hier maar zitten hè? Dan zie je nog eens iemand." "Zo is het." Er valt even een stilte en ik wil al verder rijden. Maar dan hervatten de heren hun gesprek en ik ben nieuwsgierig welke ellende ze nog meer ter berde brengen. Want dat dat de teneur van het gesprek is is wel duidelijk. "Wat was het de afgelopen dagen warm hè?"  Och heden, nu komt het nare Hollandse weer erbij. "Nou nou, ik kan er tegenwoordig niet goed meer tegen. Je komt op zo'n dag de deur niet uit." "Maar vandaag is het inenen tien graden kouder. Je weet 's morgens niet wat voor kleren je moet aantrekken." "Ja het is guur buiten. Ik denk dat ik vandaag maar binnen blijf. Ik weet toch niet waar ik heen zou moeten." "Heb je geen kinderen?" "Jawel, maar dar heb ik weinig contact mee. Ze zijn te druk hè?" "Met mijn zoon heb ik goed contact, woont te ver. Hij komt nooit, alleen op vaderdag. Hij heeft wel een goede baan geloof ik ."

Dan ontwaren de heren mij in mijn scootmobiel met Diva in haar mand tussen mijn voeten. "Kijk, daar heb je dat hondje. Die gaat altijd mee" "Ja knap hè, dat dat beestje precies weet wat hij bedoelt. Hij kan niet praten, die man." Ze hebben het verdorie over me alsof ik er niet ben, terwijl ik op nog geen twee meter van ze af sta. "Dat hondje loopt altijd los bij hem. Hij is zo gehoorzaam, maar het gaat een keer mis, let op mijn woorden. Dan steekt dat beestje de straat over en wordt hij plat gereden." "Ik heb vroeger een kat gehad die is doodgereden. Mijn vrouw was van streek, maar ik was blij toe. Katten zijn gore beesten. Heb je weleens een kattenbak moeten schoonmaken? Ik wel. Je gaat over je nek van die stank. Ik hoef geen huisdieren, het geeft alleen maar kosten en je hebt er niks aan." "Is de zaal vandaag weer niet open? Kunnen we weer niet biljarten."

Ik had inmiddels wel genoeg narigheid gehoord. Ik snap zulke mensen niet. Ze hebben een dak boven hun hoofd. Ze hebben elke dag te eten, meer dan genoeg eten zo te oordelen naar hun corpulente buiken. Ze hebben goede kleding aan het lijf. Ik weet dat de een een auto heeft en de ander een scootmobiel. Het is verdorie droog en 17 graden. Ze hebben de tijd aan zichzelf, dus de wereld ligt aan hun voeten. Ga eropuit in plaats van elke dag op die stoelen te zitten lamenteren hoe naar het leven is.

Ik ben in elk geval wel op pad gegaan met Diva. We zijn heerlijk door het bos naar Soest gereden. We zijn voor de afwisseling weer eens over allemaal oneffen bospaadjes gegaan. Ik heb dan lol met het manoeuvreren en Diva heeft ook plezier omdat ze lekker lang los mag lopen. Daarna heb ik wat foto's gemaakt in de Korte Duinen, waar het altijd mooi is. Terug zijn we via de de polder gereden. Daar was het best fris en ik had een iets te dunne jas aan gedaan. Maar heren uit de hal: dan heb ik het een beetje koud. Nou en? Dan waardeer ik thuis de behaaglijke warmte weer. Niet zo zeuren hè?







zondag 28 april 2024

KONINGSDAG

Dag allemaal. Wat hebben jullie gedaan op Koningsdag? Heb je oranje tompoucen gegeten? Een oranjebittertje achterover geslagen? Heb je je wellicht in het feestgedruis gestort? Heb je een gek oranje hoedje opgezet en je oranje t shirt uit de kast gehaald? Heb je gedanst met een onbekende in de stad? Ben je soms op kleedjesmarkten wezen schuimen naar leuke koopjes? Of heb je misschien lekker rustig thuis naar de dag in Emmen gekeken? Het kon allemaal gisteren.
Wet je wat ik gedaan heb? Niets van dat alles. Noppes, rien, nada. Want die hele Koningsdag boeit me niet in het minst. Het hele koningshuis overigens niet. Ik vind het één grote farce. Kijk de serie over het ontstaan  van de familie Oranje maar eens; dan weet je genoeg. Maar ik zal er niet verder over uitweiden, want ik schrijf geen politieke commentaren, ik schrijf verhaaltjes over wat ik zoal meemaak. En wat ik op Koningsdag heb beleefd is eigenlijk niet veel. Ik heb  's middags met Diva een rustige wijk van de stad opgezocht. Een wijk waar de enige feestelijke activiteit het wapperen van de paar vlaggen met oranje wimpels was. Diva heeft er ongestoord los kunnen lopen en ik heb er stapvoets achteraan gesukkeld. Heerlijk, zo mijmerend niks doen. Dolce far niente. Dat kan ik goed. Ik krijg er wat ik het Winnie de Poeh gevoel noem van. Ik ben de koning te rijk. Ik vier mijn eigen dag.
Oh ja, wat ik onderweg nog wel gedaan heb is foto's maken van graffiti. Er zijn in de stad her en der plekken waar graffiti is toegestaan. De pieces wisselen er regelmatig en ik vind het altijd leuk om te kijken wat er nu weer voor kunstwerken gecreëerd zijn. Dit is de buit van gisteren.













maandag 8 april 2024

ROZIG

Nijkerkernauw
Deze keer eens een verhaal op de maandagavond. Dat komt omdat ik zaterdag- en zondagavond te moe was. Te moe? Jij zit alleen maar op je luie toges. Waar wordt jij nu moe van? Dat zal ik je vertellen. Van 4 uur achterelkaar rijden met een scootmobiel krijg je een houten derrière, een lamme hand en je raakt vermoeid en rozig van het voorjaarszonnetje. Daar was ik dus moe van. Moe, maar voldaan zeggen ze dan. Ik heb zaterdagmiddag samen met mijn buren Frits en Boukje een mooie rit van 36 kilometer gemaakt. We zijn vanuit Amersfoort richting Bunschoten gereden. Daar zijn we de Oostdijk langs het Nijkerkernauw op gegaan. De zon scheen, maar niet uitbundig, en de zuiderwind was hard en best fris. Kortom: een mooie lentedag om in een vest en een bodywarmer op pad te gaan. Ter hoogte van het bij vogelaars befaamde Nekkeveld zijn we polder Arkemheen in gegaan in de hoop grutto's aan te treffen. Wie we echter eerst troffen waren mijn zus Monique en mijn zwager Henri. Ook zij waren, gelokt door het mooie weer, naar Arkemheen gekomen voor de weidevogels. Nou, die hebben we gezien hoor. Overal zag je grutto's, al dan niet jammerend rondvliegend. Áls ik ze hoor mekkeren "Grutto, grutto, grutto!" geeft me dat altijd een lentegevoel. De kieviten die ook al hun eigen naam roepen "Kievit, kievit." vind ik net zulke voorjaarsbodes. Aan de acrobatische buitelingen die ze in de lucht maken kun je zien dat ook zij de lengtekriebels hebben.
Het Laakpad
Goed, na de polder zijn we langs het riviertje de Laak naar Vathorst gereden. Tegen de wind in. Dat was boesteren voor mijn buren, want zij waren op de fiets. Halverwege hebben we dus maar een pauze genomen op het terras van een uitspanning. Vanaf Vathorst zijn we door het dorpje Hooglanderveen terug naar huis gereden. Al met al een rit van 36 kilometer die bijna vier uur duurde. Heerlijk.

Zondagmiddag ben ik met Diva een geheel andere kant op gegaan. We hebben, na een korte wandeling door het Randenbroekerpark voor Diva, het jaagpad langs het Valleikanaal richting Scherpenzeel gevolgd. Het landschap daar kenmerkt zich door boerderijen en bosschages. Ik meen dat de naam ervoor coulissenlandschap is. Hoe het ook heet; het is er mooi in elk geval.

 

Coulissenlandschap

Tussen Leusden en Scherpenzeel ben ik weer afgeslagen om via de bosachtige lanen daar naar de bebouwde kom van Leusden te rijden. Na dat stukje Leusden kwamen we uit bij de natuurgebieden de Schammer en Bloeidaal. Daar is het weer geheel anders. De Schammer is een afwateringsgebied, dus er is vrij veel water. Maar er zijn ook bosjes en vlakke stukken ruig terrein. Erg mooi. Na het rondje Schammer/Bloeidaal zijn we via Stoutenburg en Hooglanderveen huiswaarts getogen. Weer een rit van ruim 36 kilometer met heerlijk voorjaarsweer. Een rit die ons door een stadspark, langs het water, door fraai boerenlandschap, een stukje bos, en door een natuurgebied voerde. Wat een afwisseling. 

De Langesteeg

Vandaag hebben we weer een ritje gemaakt. Deze keer van.... 3,8 kilometer. Ik merk dat Diva het na een dag buiten en flink veel wandelen wel best vindt. Dat mag ook op haar leeftijd: ze is bijna 10 jaar inmiddels. Dus na die paar kilometers door de wijk ligt ze nu te soezen in de zon. Ik zit in datzelfde zonnetje te schrijven en ik merk dat ik alweer aardig rozig ben. Ik ga lekker het voorbeeld volgen van Diva. Ik ga even een uiltje knappen. Ook ik ben niet piepjong meer. Tot volgende week.

Even soezen

Bloeidaal

Het Valleikanaal


zaterdag 30 maart 2024

PASEN

Ik hoorde gistermiddag de klok van de kerk aan de overkant van de straat drie uur slaan en ik bedacht me ineens dat het Goede Vrijdag was. Dat deed me terugdenken aan de paastijd van mijn jeugd. Wat heeft drie uur hiermee te maken vraag je je wellicht af. Nou, dat zal ik zo uitleggen, maar ik wil beginnen bij Palmpasen. Palmpasen is de zondag voor Pasen. Het valt je misschien op dat ik die dagen met hoofdletters begin. Dat komt omdat dat in mijn jeugd gebruikelijk was en ik heb het over mijn jeugd immers. Ik ben Rooms-Katholiek opgevoed. Ik zat op een katholieke school, de katholieke overtuiging werd door de leerkrachten uitgedragen, wekelijks kregen we katechismusles van de pastoor of de kapelaan en op  woensdagmorgen gingen we voor aanvang van de school met de hele klas naar de mis. 

Met Palmpasen begon  de Goede Week. Met de naam wordt gerefereerd aan het bijbelverhaal over de intocht van Jezus  in Jerusalem waarbij de mensen hem toejuichten en met palmtakken wuifden. Ik weet niet of het nog zo is, maar in mijn jeugd ging je dan 's middags naar de kerk om gewijde palmtakjes te halen. Dat het bij gebrek aan echte palmen ordinaire buxustakjes waren deerde niemand. De gewijde takjes werden meestal achter het kruisbeeld dat in elke katholieke huiskamer hing gestoken om er een jaar lang te verdorren. Neemt allemaal niet weg dat ik het als kind een spannend begin vond van een nog spannender week. Je mocht je namelijk mee de takjes halen en je had geluk als jij ze mocht vasthouden op weg naar huis. Een belangrijke taak was dat in mijn kinderogen.

De hele week werd er op school gesproken over de lijdensweg van Jezus en over zijn kruisiging. Over hoe hij op Witte Donderdag voor de laatste keer het avondmaal wilde eten met zijn volgelingen. En hoe Judas hem verraadde voor de prijs van dertig zilverstukken. Dat zijn trouwe vriend Petrus hem tot drie maal te verloochende en het pas goed besefte toen de haan driemaal kraaide. Man man, wat waren dat spannende verhalen. Dat het de bedoeling was om onze jeugdige zieltjes te sterken in het ware geloof ging volledig aan mij voorbij. En ongetwijfeld ook aan vrijwel alle andere kinderen. Zo'n diepgaand verhaal over lijden, worsteling met jezelf en opoffering van je leven voor het heil van de mensheid was toen echt veel te hoog gegrepen. Maar het was zoals gezegd een geheel andere week op school dan gewoonlijk met al die mooie verhalen. En de echte hoogtepunten moesten nog komen. Op vrijdag, Goede Vrijdag, liepen we met de hele school in het begin van de middag naar de kerk. Klasgewijs baden we dan onder begeleiding van de meester of juf de kruisweg. Officieel het het de veertien Staties van de Kruisweg. In elke katholieke kerk hingen aan de muren veertien afbeeldingen over de lijdensweg van Jezus, te beginnen met zijn terdoodveroordeling en eindigend met het moment dat hij in zijn graf wordt gelegd. Bij elke afbeelding stopte de hele klas even terwijl de leerkracht enkele woorden ter bezinning sprak. Het mooist was het als je precies om drie uur uitkwam bij de kruisiging van Jezus want volgens de bijbel was het vrijdagmiddag drie uur dat hij aan het kruis werd genageld. Elke klas probeerde dat "heilige" doel te bereiken om de anderen de loef af te steken. Nogmaals: de echte betekenis van die dag ging boeide ons niet in het minst.  Wat mij vreemd genoeg wel raakte waren de bekende woorden die Jezus sprak aan het kruis: Eli Eli lama sabachtani? (Vader vader waarom heb je me verlaten?) Ik ken ze nog steeds. 

En dan kwam eindelijk Eerste Paasdag. Uiteraard weer naar de kerk, want na Kerstmis is Pasen misschien wel de belangrijkste dag in het christelijk geloof. Met Pasen viert men dat Jezus opstond uit de dood. Maar ach, ook dat boeide me niet bijzonder. Met Pasen kreeg je suikerbrood en net zoveel eieren als je lustte. En was bij voorbeeld fricandeau als broodbeleg, iets wat we destijds niet elke week kregen omdat het te duur was. En op de tweede paasdag gingen we chocolade paaseieren zoeken in het Baarnse Bos. Dat werd geregeld door Philips, waar mijn vader werkte. Je zocht al rennend met tientallen onbekende andere kinderen naarstig naar zoveel mogelijk eieren. Dat de eieren aan het eind van de middag eerlijk verdeeld werden onder alle deelnemertjes, daar dacht je niet aan. Een immense hoeveelheid eieren van chocolade voor jou alleen lonkte. Let the games begin.

Later, toen ik allang niet meer een belijdend katholiek was, begreep ik meer van het hele lijdensverhaal. In de jaren '70 keek ik namelijk zoals veel van mijn leeftijdsgenoten naar de moderne uitvoering ervan: Jesus Christ Superstar. Die film sprak ons aan en het verhaal kreeg betekenis. De kwartjes die de pastoor en school met hun te starre wijze van opvoeden tevergeefs in de gleuf gooiden vielen eindelijk. Niet dankzij hen, maar dankzij die film met zijn prachtige muziek. Ik luister nog steeds graag naar "I don't know how to love him".

De vele jaren nadien heb ik niet veel aandacht gehad voor Pasen. Tot een zevental jaar terug mijn vriendin Ans me meenam naar een uitvoering van de Mattheus Passion. Ik vond het die eerste keer best mooi, meer niet. Tot aan het moment dat ik de alt het "Erbarme dich' hoorde zingen. Ik zat met tranen in mijn ogen naar haar te luisteren. Ik voelde de muziek in mijn hart , ik was er volkomen door overweldigd. Zo mooi, zo verdrietig mooi. Vanaf die keer zijn we nog een paar jaar steeds geweest en ik vond het elke keer nog mooier dan de keer ervoor. Ik ben me ook in de teksten gaan verdiepen en dat heeft het lijdensverhaal weer nieuwe betekenis gegeven.

Ben ik nu weer een belijdend katholiek? Geloof ik ineens na al die jaren? Neen, driewerf neen. Al zou er nu een haan kraaien. Betekent de paastijd nu meer voor me? Ja. Ik luister nu elk jaar naar de Mattheus Passion en afgelopen donderdag ook nog voor het eerst naar de Johannes Passion. Ik luister met de tekst erbij en ik zie nu dat de worsteling en het lijden van Jezus ook een mooie symbolische betekenis kunnen hebben voor een niet-gelovige. En de muziek is prachtig. 

Nou zeg dit is een serieuzer verhaal geworden dan ik gedacht had. Als ik eenmaal begonnen ben met schrijven leidt het verhaal vaak een eigen leven. Het neemt wendingen die mij verrassen. De ene keer wil het luchtig zijn of grappig. En een andere keer wil het verhaal iets serieus ter berde brengen. Zoals deze keer. Soit. Laat het vooral je plezier met Pasen niet bederven, want dat is het laatste dat ik wil. Vier het met je dierbaren op de manier zoals jij wilt. Goede Pasen.

zondag 24 maart 2024

GOEDE MEDCIJN

Nu had ik me zo voorgenomen om elk weekend wat te schrijven en prompt werd ik vorige week zaterdag ziek. Er heerste in het appartementencomplex een lichte buikgriep die ook mij wist te vinden. Niet leuk, maar shit happens. Ik heb tot en met dinsdagochtend allen maar zeer korte noodzakelijke rondjes met Diva gemaakt en verder heb ik veel geslapen. Maar dinsdagmiddag was het zulk heerlijk lenteweer dat ik wel naar buiten moest. Omdat ik begrijpelijkerwijs niet echt ver van huis wilde gaan, ben ik in Amersfoort gebleven. Nu is dat helemaal geen ramp hoor. Integendeel: binnen 2 kilometer was ik in een van mijn favoriete stadsparken, park Schothorst.



Het park is het overblijfsel van een oud landgoed dat al rond 1600 genoemd wordt in geschriften. Waar eens de oorspronkelijke hoeve stond is in later jaren het landhuis gebouwd dat nu nog huis Schothorst heet. Het wordt momenteel opgeknapt. In het park achter het huis kun je nog goed zien dat het in de negentiende eeuw in de destijds populaire Engelse landschapstijl is ingericht. Er is loofbos met rondlopende paden, er zijn bosschages om je het gevoel te geven dat het park groter is dan de werkelijkheid en er is een zichtlaan die naar het huis leidt. Het park herbergt nog een markant gebouw: het Groene Huis. Dit pand is grotendeels gebouwd van sloopmaterialen en anderzijds gerecyclede onderdelen. Dat past uitstekend bij het modern uitziende gebouw dat dienst doet als gemeentelijk natuur- en milieueducatie centrum. Bij het centrum hoort onder andere ook de vier seizoenentuin, absoluut mijn favoriete plekje binnen het park. Daar ben ik dinsdag dus ook naartoe gereden. Ik geniet er altijd van de planten en de insecten, ongeacht de tijd van het jaar. 
Waar ik altijd even stop is de zonnewijzer.
Niet alleen omdat ik het concept zonnewijzer boeiend vind, maar ook omdat dit een bijzonder exemplaar is. Hij geeft namelijk niet alleen de tijd aan, maar tevens de datum. Er zijn maar weinig zonnewijzers die dat doen. Bovendien vind ik de combinatie van de stalen naald met de oude straatstenen mooi. Als mooi tegenwicht zie je op de achtergrond het oude gebouw waar Sterrenwacht Midden-Nederland en het bijenhuis zijn gevestigd. Echt een heerlijke tuin om een uurtje door te brengen.

Enfin, je begrijpt dat ik me dinsdag uitstekend vermaakt heb. Ook heel dichtbij huis is veel moois te vinden, zelfs als je nog nog wat ziekjes bent. En ik knapte er zo van op. De natuur is goede medicijn.

Sterrenwacht Midden-Nederland


Het landgoed


De zonnewijzer


zondag 10 maart 2024

EVEN GELUKKIG

 Dag lezers. Ik had beloofd snel weer van me laten horen, dus daar gaan we. Ik had het plan opgevat om deze week flink wat ritten te gaan maken zodat ik wat te schrijven zou hebben. Maar man, wat was die oostenwind me toch guur! Als je stil zit zoals ik op mijn scootmobiel, dan word je alleen maar kouder des te langer je rijdt. Dus dat werd hem tot mijn teleurstelling niet. Wat heb  ik dan wél gedaan? Nou, ik kwam bij toeval een bericht tegen over een ander gratis AI programma dan ik al gebruikte. Ik heb een paar dagen lang allerlei afbeeldingen zitten bedenken die dat programma dan weer mocht genereren. Altijd leuk. Nou ja, voor mij dan. Omdat het niet een erg boeiend verhaal is voor anderen zal ik er verder niet over uitweiden. Dit zijn als voorbeeld enkele van mijn fantasieën.






Ben ik er dan helemaal niet op uit geweest? Jazeker. Ik vond het vanmiddag wel weer welletjes met dat binnen zitten. De zon scheen aanlokkelijk en ik wilde grutto's en kieviten zien en horen. Wijs geworden door mijn ervaring met de oostenwind heb ik mezelf beschermd met een winddichte skibroek, een warme winterjas, thermo handschoenen en een fleece pet. Als een soort Michelin mannetje zat ik behaaglijk warm op mijn scoot. Diva lag heerlijk uit de wind in haar wintermand tussen mijn voeten. Aldus toegerust zijn we de polder in gereden. Ik speurde al rijdend de weilanden af, want had op diverse Facebookpagina's gelezen dat er honderden grutto's gesignaleerd waren. Maar de enige vogels die ik zag waren de vele Canadese en grauwe ganzen, plus de gebruikelijke kokmeeuwen en kauwtjes. Dat veranderde ineens toen ik de vogelboulevard in polder de Slaag op reed. Bij een plas dras gebiedje (Ja sorry, ik heb die merkwaardige naam niet bedacht. Die is ontsproten uit het brein van en of andere ecoloog. Blijkbaar volstond de term drassig stukje land niet meer.) zag ik tot mijn vreugde zeven grutto's scharrelen. Ik was dik tevreden. Ze zijn terug. En toen ik verderop in het gebied ook enkele tientallen kieviten zag staan kleumen was ik blij. Zeker toen er ook nog een vlak boven mijn hoofd scheerde, enkele buitelingen maakte en luidkeels zijn naam riep "Kievit! Kievit, kievit!"  

Maar het werd allemaal onverwacht nog mooier. Een stukje verderop zag ik een groepje mensen met verrekijkers naar iets kijken in een van de sloten. Dat is altijd een goed teken. Dus ik ben er gestopt en ik zette net als zij de verrekijker aan mijn ogen. Niet te geloven: tientallen grutto's bij elkaar.  Wat is hij toch mooi met zijn goudbruine veren, onze nationale vogel. Jazeker: de grutto is officieel de nationale vogel van Nederland. En terecht. Ik zat te genieten. Helaas zaten ze te ver om er met mijn cameraatje een foto van te maken. Maar je kunt er toch van meegenieten dankzij de welwillendheid van een mevrouw wier foto ik mag gebruiken. Bij deze.


Bij elk verhaal hoort een hoogtepunt. Zo ook bij dit verhaal. Er vloog namelijk een valkje boven de grutto's en in paniek gingen ze allemaal tegelijk op de vleugels. Wat een magnifiek gezicht. Eén grote wolk van roodbruine vleugels met de karakteristieke witte strepen. Nu zag ik pas goed hoeveel het er waren: het waren er zeker honderd. En allemaal jammerden ze in angst hun naam met dat klaaglijke "Oh gut, oh gut, oh gut." Zo'n schouwspel had ik nog nooit gezien daar in de Slaag. Ik was niet meer blij, ik was was even gelukkig. Mijn dag kan niet meer stuk.


zondag 3 maart 2024

WINTERSLAAP

Dag lezers. Hoe is het met jullie? Zijn jullie de winter een beetje goed doorgekomen? Ik vond het maar niks. Al die regen en die regen en toen die regen. Bah, niks voor Diva en mij. Ik ben veel binnen gebleven en er was dus ook niets leuks of boeiends om over te schrijven. Maar deze week waren de weergoden mij een paar dagen gunstig gestemd. Het voelde ineens lenteachtig aan buiten. En wat nog belangijker is: het was droog!

Dus ben ik woensdag na zo lange tijd weer eens de polder ingegaan. Lekker uitwaaien op het fietspad langs de Eem. Dan door naar de Vogelboulevard, waar jammer genoeg erg weinig trekvogels te zien waren. Het barstte er nog van de winterganzen. Dan maar naar de fietsbrug en Soest. Stukje door oud Soest heen, altijd leuk vanwege al de herinneringen uit mijn jeugd. Ik had nog geen zin om naar huis te gaan en ik ben omgereden door de Korte Duinen en bos Birkhoven. Meteen op mijn eerste rit na mijn winterslaap polder, oud Soest, duinen en bos meegepikt. Niet slecht. En donderdag ben ik even een uurtje naar natuurgebied de Schammer bij Leusden geweest. Dat was fris, maar het was zo fijn om daar weer te zijn dat ik de kou op de koop te heb genomen. Het is daar zo mooi. 

De Korte Duinen.

Vandaag was weer zo'n heerlijke dag. De zon scheen en er stond weinig wind. Omdat ik de smaak weer te pakken had heb ik mijn warme windjack aangetrokken, ik heb Diva in haar warme reismand gestopt en ik ben op pad gegaan. Ik besloot weer naar Soest te gaan, maar deze keer via een andere polderweg. In Soest aangekomen zijn we naar de Eng gereden. Natuurlijk even een foto gemaakt van molen de Windhond, want hij blijft fotogeniek. Dan de Eng op. Oei, wat was was dat pad modderig her en der. Zeker drie keer dacht ik werkelijk dat ik vast kwam te zitten, vooral op de plekken waar tractorbanden de modder ook nog flink hadden doorploegd. Spannende momenten, want er liep nu niet echt veel volk om eventueel te helpen. Maar als het dan toch weer gelukt is om erdoor te komen bezorgt me dat ook weer een grijns op mijn gezicht. Een beetje avontuur is leuk.

Rijdend op dat pad kwamen er allemaal herinneringen aan mijn jeugd naar boven. Daardoor had ik ineens de ingeving om eens te gaan kijken in de straat waar ik de eerste tien jaar van mijn leven heb doorgebracht. Tjonge, wat is het daar veranderd zeg. Ze hebben die hele straat verkleind, vroeger was hij veel groter. Ook de paadjes achter en tussen de huizen waar destijds zich hele veldslagen tussen ridders afspeelden en waar cowboys streden tegen indianen zijn zo gekrompen dat ik de bochten nauwelijks door kon met mijn scootmobiel. Laat staan dat ik er met mijn zwaard had kunnen zwaaien. Zonde.

Maar met als afsluiting de rit terug door de polder was het weer een tochtje als vanouds, een tocht waar ik van heb genoten. Mijn winterslaap is voorbij. Jullie horen binnenkort weer van mij.

Landhuis Coelhorst.


In de Schammer.


Ook de Schammer.