vrijdag 24 januari 2020

IK GA WEER LEZEN

Het ministerie van Sociale Zaken verstrekt mij en alle anderen die in verpleeghuizen wonen elk jaar een bedrag om iets extra's van te doen. Ik heb er eens een leuke online cursus Photoshop van betaald. En de afgelopen twee jaar heeft het ministerie mijn abonnement op de dierentuin gefinancierd. Dit jaar heb ik het besteed aan iets dat ik acht jaar geleden voor het laatst heb gehad: een abonnement op de bibliotheek.

Na mijn laatste heseninfarct mekte ik tot mijn verdriet dat lezen niet meer ging. Ik zag de woorden wel, maar op een gekke manier kon ik er niet meer van genieten. Ook kostte het me erg veel concentratie. En dat terwijl ik mijn hele leven boeken verslond. Als kind zat ik al stiekem de boeken voor volwassenen uit de boekenkast thuis te lezen, omdat al die boekomslagen naar me lonkten. De meeste van die geschriften waren uiteraard te hoog gegrepen voor een kind, maar er was er één dat ik prachtig vond: de trilogie over het geslacht Bjöndal. Een in kunstleer gebonden uitgave op knisperend dun papier in hoogdruk, verlucht met schitterende illustraties van Anton Pieck.

Toen ik een jaar of tien was mocht ik lid worden van de bibliotheek. De eerste keer dat ik het gebouw binnenkwam wist ik niet wat ik zag Zoveel boeken en ik mocht ze allemaal lezen! Ik was even dolgelukkig, maar de strenge mevrouw achter de balie maakte daar snel een eind aan. Ik mocht niet al die boeken lezen: slechts die van de jeugdafdeling. Bittere teleurstelling, die gelukkig maar kort duurde. Er bleken daar planken vol spannende titels te staan, dus ik was al weer heel rap tevreden. Het was daar dat ik kennismaakte met de kronieken over het fictieve land Narnia. Ik kon geen genoeg krijgen van de verhalen over saters, centaurs en andere sprekende dieren. Narnia was voor mij absoluut geen verzinsel, het was een mooi en spannend land vol prachtige wezens Ik kroop zelfs een keer in de garderobekast van mijn ouders in de hoop ook in een andere wereld terecht te komen. Dat overkwam me niet, maar ik trof er wel allerlei zaken aan die ook spannend waren voor een jochie van die leeftijd. Misschien komt dat nog eens ter sprake in een geheel ander verhaal. Ik wil het nu even houden bij mijn liefde voor fantasy boeken, waar C.S. Lewis met zijn Narnia ongetwijfeld het zaad voor heeft geplant. Ik las als volwassene vaak tot diep in de nacht door, domweg omdat ik niet stoppen kon. "Nog even het hoofdstuk uitlezen. Jee, wat zou er nu gebeuren? Hoe laat is het? Oh, één hoofdstuk kan nog wel." En zo werd het vaak drie of zelfs vier uur.

Ik genoot met een niet te stillen leeshonger van de werelden van Jack Vance, de avonturen van de prinsen van Amber, de belevenissen van Paul "Muhad'Dib" Artreides op Duin, de reis van Rhand Altor langs het Rad des Tijds en natuurlijk van de hobbits en hun metgezellen, beschreven door de onvolprezen J.R.R. Tolkien.

De afgelopen acht jaar heb ik het moeten doen met fantasy films zoals bij voorbeeld de In de ban van de ring trilogie en de Hobbit. Best mooie films, dar zal ik heus niets op afdingen. Maar... ze halen het niet bij het lezen van een boek. Al lezend vorm je je een beeld van de personen, hoe ze eruit zien, van de wereld waarin ze leven, van exotische gebouwen, van onbekende planten,van van alles. Je bouwt uit de woorden van de schrijver een geheel eigen wereld op, die ongetwijfeld niet lijkt op de wereld die hij voor ogen had. Het is jouw wereld, door jou gecreëerd. Dat is toch fantastisch?  Dat is pure magie. En daar gaat het boek dat ik gisteren geleend heb ook over: over magie. Ik heb vanmiddag al twee hoofdstukken met plezier gelezen. Ik heb niet slechts genoten van het pakkende verhaal; ook van de mooi gekozen woorden. En weet je wat ik nu ga doen? Ik ga weer lezen.