zaterdag 26 februari 2022

VOORJAAR

 

Afgelopen woensdag zouden Ans en ik naar het filmhuis gaan om West Side Story te kijken. Dat hadden we afgesproken in de veronderstelling dat het nog steeds somber weer zou zijn. Maar daags ervoor bleken de weergoden ons plotsklaps een pleziertje te gunnen. Het zou woensdag tien graden worden én zonnig én droog. Joepie! In zo'n geval stellen we ons plan rap bij. Een film kan altijd nog; we gaan er op uit, de wijde wereld in. Daar hebben we zo lang op gewacht, op weer waarbij we eindelijk weer eens een ritje kunnen maken. Er bleek nog wel een gure wind te staan, maar daar lieten we onze vreugde niet door beïnvloeden. Gewoon warme kleren aan en gaan.

De Schammer
We kozen voor twee natuurgebiedjes net buiten de stad, de Schammer en Bloeidaal. Daar is het altijd mooi en er lopen goede fietspaden doorheen, vooral voor een scootmobiel erg fijn. Bovendien kan Diva er op diverse stukken goed los lopen, ook belangrijk. Ik denk dat ze in totaal die middag wel een kilometer of zes gelopen heeft. Zij genoot van de luchtjes die reeën, konijnen, wezels en diverse vogels achter laten en wij van het landschap en vooral van de zon op onze bolletjes. Wat knapt een mens daarvan op zeg. Vandaag ben ik met Diva weer ruim drie uur op pad geweest. Deze keer in park Schothorst, een van de mooie parken die Amersfoort rijk is. En morgen ga ik naar de Eng in Soest, de plek waar ik in mijn jeugd veel tijd doorbracht. Laat dat voorjaar maar dorkomen.


Bloeidaal


Park Schothorst


zondag 20 februari 2022

NAPOLEONCONPLEX.

Zoals bekend heb ik een klein hondje, een chihuahua. Nu hebben de meeste chi's enkele psychische aandoeningen. Zo ook mijn Diva. Zij lijdt aan een ernstige vorm van het Napoleoncomplex. Ze tracht haar kleine gestalte te compenseren met luidruchtig keffen tegen veel grotere beesten dan zijzelf. En dat zijn vrijwel alle beesten. Dan is er nog een kwaal waar ze last van heeft. Of beter gezegd: Zij heeft er geen last van, integendeel, maar haar omgeving des te meer. Ze lijdt, net als al haar rasgenoten, aan zelfoverschatting in zijn ergste vorm. Ze is ervan overtuigd dat elke hond siddert van angst voor haar. Of het nu een pitbull is, een grote herdershond of een rottweiler; ze stapt er onbevreesd op af en gromt als de andere hond iets te opdringerig is naar haar zin. En dat werkt feilloos, de meeste honden trappen erin. En het gaat zelfs zo ver dat ze bij het zien van zwarte labradors met haar volle 3,2 kilogram luid grommend en keffend in de aanval gaat. Dat zo'n beest meer dan tien keer zo zwaar is als zij deert haar niet in het minst. Tot die ene keer dat een fors uitgevallen labrador reu het niet pikte en haar grauwend tegen de grond werkte. Dan is de diva ineens een bang hondje dat luid piepend wegrent. Maar... dat duurde maar heel kort. Zodra ze weer op veilige afstand was stond ze grommend en met opgestoken nekharen venijnig in het zand te krabben met haar achterpoten zodat het er uit zag alsof niet de de labrador maar zij gewonnen had en parmantig trippelend verliet ze het strijdtoneel.

Ze beschouwt het gehele flatcomplex waar we wonen als haar territorium, dus zo gedraagt ze zich als ze honden van andere bewoners in de hal tegenkomt en ook dat werkt wonderwel in haar voordeel. Ze zijn allemaal enigszins onder de indruk. Ook de straten rondom het gebouw behoren uiteraard tot haar domein. Ze is er echt de koningin en tevens de buurtbullebak. Zo lopen we 's morgens een rondje vijver. Er ligt een redelijk grote stadsvijver achter het complex en daar begint het rondje om het gebouw. Nu zitten er op het grasveld naast de vijver altijd tientallen kokmeeuwen, wat meerkoeten, enkele waterhoentjes en een handvol eenden. Diva kent geen groter plezier dan luid blaffend en met grote sprongen op al die vogels af te rennen. Ze schrikken zich elke keer weer een ongeluk en gaan in paniek op de wieken. Tegen de tijd dat ze door hebben dat het maar een klein rothondje was loopt dat rothondje al parmantig in triomf over het lege grasveld. "Zo, die weten even hun plaats weer." Sinds kort is het vogelbestand uitgebreid met een knobbelzwaan, drie aalscholvers en een paartje nijlganzen. Stuk voor stuk vogels die met gemak chihuahua gehakt van Diva kunnen maken, maar dat weerhoudt haar en in het geheel niet van om ze even de schrik op het lijf te jagen. Sterker nog: ik krijg de indruk dat de komst van deze grote vogels Diva's lol flink heeft verhoogd.

Vanmorgen zag ik een nieuw staaltje van haar misplaatste overmoed. Ze heeft de gewoonte om ook de katten in de buurt even op te jagen. Dom natuurlijk, want de meeste katten zijn groter en zwaarder dan zij, om nog maar niet te spreken van het fait dat kattennagels een chihuahua ernstig kunnen toetakelen. Maar ja, elke kat rent liever weg als er een luid blaffende hond op hem af komt, zelfs een kleintje van 3 kilo. Goed, vanmorgen dus. We kozen voor de afwisseling een andere straat dan gewoonlijk en daar zag Diva een dikke kat op de stoep liggen. Onverwijld ging ze over in een spurt, ondertussen luid keffend om het schrik effect te verhogen. Deze kat rende niet weg, maar besloot te bouwen op een veilig toevluchtsoord waarvan hij uit ervaring wist dat honden er niet kunnen komen. Hij schoot onder de dichtsbijzijnde geparkeerde auto en stopte. Diva echter stopte niet; ze dook zonder vaart te minderen ook onder de wagen. Da's het voordeel van klein zijn hè? In paniek door deze onverwachte situatie stootte de kat eerst zijn kop om het vervolgens op een rennen te zetten met zijn nagels krabbelend in de straatstenen om zo zo snel mogelijk weg te konen. En Napoleon kwam op haar gemak aan de andere kant onder de auto vandaan, keek de rennende kat nog even laatdunkend na en liep triomfantelijk verder. Complex? Nee hoor.



zondag 13 februari 2022

EEN FILM

Vanmiddag waren Ans en ik in het Amersfoortse filmhuis om Amélie te kijken, een erg leuke Franse film. Een film vol humor en fantasiewerelden, een modern sprookje zoals de critici hem omschrijven. We waren blij dat we weer eens leuk uit konden gaan na zo'n lange tijd. Maar het is toch niet helemaal zo leuk en ontspannen als voor corona de wereld beïnvloedde. Om te beginnen kun je tegenwoordig nergens meer naar binnen zonder je Q code te laten zien. Nu wilde het toeval dat de app op mijn mobiel precies vanmiddag vreselijk traag was en geen code tevoorschijn wilde toveren. Dat vond ik ergerlijk, want zonder code zoals gezegd geen toegang. Zo'n haperende app kan je uitje dus goed verpesten. Stel je voor dat ik niet verder had gemogen en Ans stond al keurig gescand (en goedgekeurd) binnen. Gelukkig kon de medewerkster wel lezen dat ik drie vaccinaties heb gehad, dus mocht ook ik me tot de fortuinlijken rekenen die toestemming kregen het theatertje te betreden. Een kaartje laten zien is er uiteraard ook niet meer bij, al heeft dat niets met corona te maken. Ik vond dat altijd zo aardig dat je een bewijs in handen had dat je betaald had. Een kwitantie zeg maar. Of is dat een te ouderwets begrip? In ieder geval moet je nu op je mobiel de volgende q code tonen, deze keer die van je tickets. Godzijdank deed die code het wel en we mochten de zaal in. Dat wil zeggen dat we de zaal in wilden, maar we werden bij de deur tegengehouden. De zalen zijn in het filmhuis niet zo groot en bieden slechts plaats aan één invalidenplaats. Laat die plaats nu al bezet zijn, dus ik kon met mijn scootrmobiel niet binnen. Dat was even een tegenvaller, maar daar kan ik maar een persoon iets in verwijten: mezelf. Ik had bij de aankoop van de kaartjes aan moeten geven dat er een invalidenplaats beschikbaar moest zijn. Ik denk daar nooit aan en dat heeft al menig keer ertoe geleid dat Ans me moest helpen naar een stoel. Waarom ik dat altijd vergeet weet ik niet; het is mijn blinde vlek. (Toch eens iets aan doen Paul. Niet leuk voor je vriendin.)

Enfin, met wat inspanning en de hulp van Ans lukte het me om een drietal traptreden af te gaan en konden we eindelijk zitten. Nu hebben wij een voorkeur voor de buitenste zitplaatsen, zo dicht mogelijk bij het gangpad. Gewoontegetrouw wilden we onze tokessen laten zakken op stoel 1 en 2, maar we hadden buiten de corona waard gerekend. De eerste stoelen waren voorzien van een doek op de rugleuning met een tekst die duidelijk maakte dat ze niet mochten worden gebruikt vanwege de anderhalve metermaatregel. Goed, dan schuifelen we toch verder naar de volgende plaatsen. Daar aangekomen legde ik mijn jas en mijn pet op de stoel voor me. Laat de film maar beginnen hoor. Op dat moment kwamen er twee dames de rij voor ons in lopen die  wilden plaatsnemen op de stoelen waar mijn jas en pet lagen. Ans pakte de jas behulpzaam snel weg, maar kon zo vlug niet voorkomen dat mijn pet op het pad beneden ons viel. "Ach mevrouw", vroeg ze "wilt u misschien die pet even aangeven?" De dame keek naar de pet en toen naar ons alsof ze iets wilde zeggen. Ze bedacht zich, bukte en pakte mijn pet met de topjes van duim en wijsvinger op alsof er stront aan zat. Haar gezicht sprak boekdelen vol afschuw. Het was zo'n lachwekkende vertoning dat Ans het niet  kon laten om op licht spottende toon te zeggen "Wat vies hè?" Waarop de dame op een bitse toon een dame onwaardig opmerkte: "Hij is niet van mij." Vervolgens overhandigde ze mijn hoofddeksel, nog steeds met dat gezicht vertrokken van afschuw van de viezigheid die ze met blote handen had moeten vast pakken. Wij keken elkaar aan en konden ons lachen slechts met veel moeite verborgen houden. De film was nog niet begonnen en we zaten al volop in een film.