zondag 7 augustus 2022

MEMORY LANE

Ik was van de week in mijn geboortedorp Soest. Ik reed voor de aardigheid wat rond in Soest-Zuid, de wijk waar ik het tweede deel van mijn jeugd heb doorgebracht. Al struinend  kwam ik terecht bij een pad aan de rand van de Soester Eng. En dat bracht allerlei herinneringen boven. Toen ik een jaar of elf was liep ik er vaak met Bobo, onze Duitse herder. Ik moest hem van mijn vader aangelijnd houden, maar zodra ik buiten het zicht van mijn ouders was liet ik hem los mee lopen. Ik wist dat het prima kon, want ik liep door de hele wijk met Bobo los naast me.  Dus vond ik het bevel van mijn vader zinloos. En zoals altijd negeerde ik zinloze bevelen van mijn ouders volkomen. Ik moet voor hen  dikwijls een bron van grote ergernis geweest zijn. En dat werd toen ik iets ouder werd niet echt minder. Ik heb al verteld dat mijn vader niet wilde dat ik omging met mijn vriend Michael, lang voordat we samen wegliepen naar Frankrijk al. Regelmatig gebeurde het dat als ik 's avonds naar buiten ging dat mijn vader me verbood naar Michael te gaan. Omdat hij heel goed wist dat ik er toch heen ging heeft hij me een tijdje gevolgd elke keer als ik wegging. Dat deed hij met de auto, want aan fietsen of lopen had hij een broertje dood. Als ik zag dat hij achter me aankwam liep ik op mijn gemak de straat uit en stak over. Lopend ging dat oversteken vrij vlot, maar door het drukke verkeer ging het met de auto lang niet zo vlot. Nu was er aan de overkant een treinstation met één perron. Ik sprong dan snel het perron op en liep helemaal naar het einde. Ik kon mijn vader zien rijden in de straat parallel aan het station. Hij wilde me duidelijk ingehaald hebben op hert moment dat ik van het perron op straat sprong. Maar ik sprong net buiten zijn gezichtsveld niet de straat op maar op de spoorlijn. En achter het spoor, aan de andere kant, lag het pad. Van daar liep ik weer op mijn dooie akkertje naar het huis van Michael. De hele weg had ik lol , omdat ik mijn vader had beetgenomen. Maar ja, na een paar keer had hij uiteraard door wat mijn route was. Dus reed hij de keer erop sneller dan ik kon lopen naar het eind van het pad. Pech, hij was me te snel af en daar baalde ik goed van. De keer erna sprong ik weer van het perron, niet op het pad, maar op de straat. Louter om mijn pa te verrassen. Ik zag dat hij gauw terug reed. Nu stonden er in die straat rijtjeshuizen met een pad erachter. Dat pad kwam uit op de straat erachter. Uiteraard nam ik dat paadje deze keer, want daar kon hij met de auto niet komen. Ik hoorde dat hij gas gaf om me voor te zijn aan de andere kant. Ineens kreeg ik een idee. Aan het pad lagen de schuren van de huizen, van die betonnen schuurtjes met een plat dak. Ik klom op een van de schuurtjes en op die hoogte kon ik de auto van mijn vader zien staan. Uiteraard zag hij mij niet, want hij verwachtte dat ik uit het pad kwam lopen. Toen ik niet verscheen gaf hij gas en spurtte naar de ander kant terug. Maar daar was ik ook niet en hij begon rondjes te rijden om de twee straten.. Ik besloot even op het schuurdak te blijven, want ik kon hem vanuit die positie zien rijden en daar had ik vreselijk veel lol om. Na een minuut of tien vruchteloos zoeken gaf mijn vader het op. Wat moet de arme man zich groen en geel geërgerd hebben, niet wetend dat he een paar jaar later nog erger zou worden en dat hij mij en die vermaledijde Michael zou moeten ophalen helemaal uit Frankrijk.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten