zondag 25 juni 2023

MIJN MISSIE

 Toen ik op de lagere school zat kwam er een keer per jaar een missionaris vertellen over Afrika en de negertjes. Ja echt, zo werden de Afrikanen destijds genoemd. Die missionaris was van oorsprong een jongen uit onze parochie, gewoon een jongen uit de buurt dus ook. Hij was voor priester gaan studeren en na zijn studie was hij als pater naar Afrika gegaan om daar de bevolking te bekeren tot het christendom. Men was er in die tijd van overtuigd dat dit de Afrikanen naar een hoger plan zou brengen. Enfin, die pater kwam dus een keer per jaar naar Nederland en gesteund door de pastoor kwam hij bij onze katholieke school vertellen over de negertjes. Ook liet hij dia's zien over zijn leven daar. Maar zijn belangrijkste doel was om geld in te zamelen. Aan ons, de kinderen, werd gevraagd om thuis oude kranten te sparen en ook de aluminium doppen die destijds op melk-, karnemelk- en yoghurtflessen zaten. Dat oud papier en het aluminium werd verzameld bij de school, want het bracht toen nog aardig geld op. Wij vonden het in onze onschuld prachtig om mee te helpen, alles voor de arme zwarte en bovenal heidense negertjes. We waren missionarissen in de dop, de melkdop.

Hoe kom ik nu op deze jeugdherinneringen? Nou, da zal ik je vertellen. Van de week stopte ik op een van mijn reguliere stopplekjes langs de Eem. Op het bielzen bankje zat een echtpaar met de ruggen naar me toe, denkelijk ook te genieten van het uitzicht. De man draaide zich om en er ontstond een merkwaardig gesprek. "Goedendag meneer, mijn naam is Johannes en ik ben voorganger van onze christelijke geloofsgemeenschap. Ik zie dat u gehandicapt bent en ik wil u vragen om samen met mij tot God te bidden voor uw genezing."  Ik wist even niet wat te zeggen, de man overviel me echt met zijn ongebruikelijke aanbod. Maar mijn lijf reageerde vlugger dan mijn geest. Ik voelde de weerstand en mijn nekharen stonden overeind. Dat kwam door de zalvende toon waarop hij sprak en door het feit dat hij christelijk uitsprak als gristelijk. Neem daarbij zijn door de warmte rood aangelopen pafferig gezicht en het zweet dat in straaltjes langs zijn wangen zijn nek inliep en mijn afkeer was compleet. Ik heb desondanks beleefd bedankt voor het aanbod. En ik ben snel weer verder gereden. Nu zou ik nooit over dit voorval hebben geschreven als me enkele dagen later niet nog iets dergelijks overkomen was. Ik reed stapvoets bij het uitlaatveldje achter mijn huis, Diva rustig lopend naast me. Op een van de bankjes in het parkje zat een meneer. Zo te zien uit uit het oostelijk deel van Afrika. Misschien wel een kleinkind van een van de arme negertjes van vroeger bedenk ik al schrijvend. "Kunt u niet lopen meneer?" vroeg hij. Ik schudde van niet. "Is het een test van God meneer?" De ironie van het leven vond hier plaats. Het kleinkind van het negertje kwam mij nu bekeren. Geweldig! Ik vind dit echt humor. Maar goed, ik heb maar weer nee geschud en ik ben rustig verder gereden. Achter me hoorde ik de man op klagende toon "Allah, Allah, Allah" zeggen en vervolgens slaakte hij nog enkele weeklachten in een taal die ik niet herkende.

Zoals bekend is driemaal scheepsrecht, een oude uitdrukking die nog altijd opgeld doet. Zo ook in het geval van de missionarissen op mijn pad deze week. Ik stopte na een lange rit door de polder bij een stoplicht in de stad. Tegen de paal van het stoplicht stond een man op een fiets geleund, in afwachting van groen licht. Hij zag me stoppen naast hem en hij knikte vriendelijk. En wat gebeurde er? Ja heus: hij sprak me aan. "Hoi, nu we toch even moeten wachten hier, wil je mij je hand geven? Dan bidden we samen tot God of hij je wil genezen." Ik keek hem blijkbaar ongerust aan, want hij zei "Je kunt me vertrouwen hoor, ik ben een christen." Nou, dat was een hele geruststelling zeg. Zeker na mijn eerdere twee ervaringen deze week. Ik heb vriendelijk glimlachend voor de derde keer nee geschud. Gelukkig sprong het licht op groen en kon ik wegsjezen. Maar de voorvallen bleven af en toe toch rondspoken in mijn gedachten. En ik merkte voor de zoveelste keer dat ik in mijn vroege jeugd katholieke denkbeelden heb meegekregen die nooit meer verdwijnen. En dat is niet erg hoor, ik lijd er niet onder. Maar ik dacht ondanks mezelf toch een paar keer "Wat als dit een teken aan de wand is? Mene mene tekel ufarsin? En ik ontkende het tot driemaal toe? Net als Petrus en de haan die driemaal kraaide." Ik weet het antwoord niet, ik heb gelukkig de wijsheid niet in pacht. Ik rij gewoon rond in de omgeving en ik vertel mijn lezers wat ik zoal meemaak. Ter lering ende vermaak. Dat is mijn missie.

1 opmerking:

  1. Hoi Paul,
    Het is wel heel opvallend dat dit drie keer gebeurde zeg.
    Je zou er inderdaad wat van gaan denken. Misschien had je daarna wel kunnen lopen. Jammer dat je het niet uit getest hebt. Ha ha.
    Annelies.

    BeantwoordenVerwijderen