Als ik weer eens een mallotige streek had uitgehaald kreeg ik te horen dat ik voor galg en rad opgroeide en dat er met mij geen goed garen te spinnen viel. Als ik dan omwille van de lieve vrede zei dat ik mezelf zou beteren kreeg ik als antwoord dat de weg naar de hel geplaveid is met goede voornemens. Plaveien, dat is toch een mooi woord? Niemand gebruikt dergelijke woorden meer en dat vind ik jammer.
Enfin, ik had het over oude uitdrukkingen en gezegdes die mijn moeder graag bezigde. Wat denk je van deze als ik zei dat ik iets niet kon terwijl ik er geen zin in had? "Kan niet ligt op het kerkhof en wil niet ligt ernaast." En dan was je zo goed niet of je kon alsnog het klusje klaren. Als ik weer eens te impulsief was geweest zei ze "Bezint eer ge begint." Bezint, eer: woorden die ik als kind niet goed begreep. Voor mij waren die oude worden vaak Koeterwaals. Dus maakte ik kort daarna dezelfde fout opnieuw. Dan werd ze boos en ze voegde me toe dat het met mij vechten tegen de bierkaai was, water naar de zee dragen. Mijn moeder kon snel boos worden of om het in een uitdrukking te vatten: ze was heet gebakerd. Als ze boos of geïrriteerd raakte ging ze soms over tot in onze ogen gekke uitdrukkingen uit het Larens dialect van haar jeugd. Dan zei ze dingen als "Hare Joessoef" hetgeen iets betekende als Here Jezus. Maar dat laatste mocht je niet zegen, want dat was vloeken. Dus Jezus werd Joessoef. Ze gebruikte niet alleen bestaande uitdrukkingen, maar ook geheel eigen zelf verzonnen. De fraaiste uit die collectie vind ik nog altijd degene die ze riep als iets haar verbaasde: "Krijg nou het zeemeerminnenpokkenbokkenlazarus!" Daar kan zelfs de poep van een makke ijsbeer niet tegenop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten